Taal

Vanaf de geboorte tot ongeveer zeven jaar hebben kinderen een bijzonder vermogen om taal te leren. Het basissysteem voor de taal wordt in deze jaren aangelegd en gevormd. Als dit basissysteem op de leeftijd van ongeveer zeven jaar niet goed ontwikkeld is, is dat vrijwel onomkeerbaar.

De taalontwikkeling verloopt bij elk kind volgens min of meer vaste stappen, dit worden ‘mijlpalen’ genoemd. Deze mijlpalen worden teruggezien in verschillende culturen en talen. Kinderen die deze mijlpalen niet behalen, lopen risico op een taalachterstand of een taalontwikkelingsstoornis.

Problemen in de taal kunnen zich voordoen in zowel het begrijpen van taal, als het spreken van taal.

Taalproblemen komen niet alleen bij kinderen voor, ook volwassenen kunnen moeite hebben met taal. Niet op woorden kunnen komen, moeite met zinnen vormen of vreemde versprekingen maken. Het zijn voorbeelden van problemen bij een taalstoornis op volwassen leeftijd. Meestal zijn neurologische aandoeningen de oorzaak van een taalstoornis op latere leeftijd.

Zowel bij kinderen als volwassenen leiden taalproblemen vaak tot frustraties, boosheid of terugtrekken uit gesprekken of sociale activiteiten. Een geslaagde communicatie is altijd het doel, waarbij de mogelijkheden van de client centraal staan.

Heeft u een jong kind (tussen de 1,5 – 5 jaar) dat nog niet of nauwelijks praat? Dan kan het Hanen®  Ouderprogramma ‘Praten doe je met z’n tweeën’ mogelijk helpen. Kijk hiervoor bij het tabblad Hanen Ouderprogramma.