Afwijkend mondgedrag

Afwijkende mondgewoonten zoals duimen, vingerzuigen, speenzuigen, nagelbijten en mondademen kunnen het evenwicht tussen die spieren onderling verstoren. Dat veroorzaakt een afwijkende tongligging in rust, een afwijkende tongbeweging tijdens het slikken en het heeft in veel gevallen een negatief effect op de uitspraak (slappe, onduidelijke uitspraak, slissen).

De vormgeving van de mond en de stand van tanden en kiezen worden voor een groot deel bepaald door de functie van de spieren in en om de mond. ‘Normaal gesproken’ is er een functioneel evenwicht tussen de werking van de verschillende spieren in en rond de mond. Bij afwijkend mondgedrag is dit evenwicht vaak verstoord. Wij behandelen dit middels een gestructureerd oefenprogramma, met als doel het evenwicht te herstellen. Daarbij leggen wij altijd contact met de tandarts of orthodontist.